Havo, ook tweetalig
Op CSG Willem van Oranje vinden wij het belangrijk dat je goed tot je recht komt, zodat je het beste uit jezelf haalt. Wij bieden daarvoor een goede en uitdagende leeromgeving met duidelijke regels, een leuke sfeer en respect voor elkaar en de medemens.
Je vindt hier alle informatie die voor jullie van belang is. Mis je nog iets? Mail dan naar
Leerlingen met een havo- of havo/vwo-advies beginnen bij ons op locatie Zoomwijck in de tweejarige havo/vwo-brugklas. Daar heb je twee jaar lang alle tijd om te ontdekken welke richting het beste bij jou past: havo of vwo. We hebben ook een tweetalige havo/vwo-brugklas.
Aan het einde van het tweede jaar wordt, op basis van de behaalde resultaten, de keuze gemaakt voor havo of vwo. De leerlingen die tweetalig onderwijs (tto) volgen, kiezen voor (tto) havo of (tto) vwo.
In schooljaar 2024-2025 wordt in de havo/vwo-brugklas het onderwijs meer praktijkgericht. We hebben daarvoor een talentencarrousel waarin je kennismaakt met kunst, ict, techniek, ondernemen en muziek. De verschillende talentklassen zijn:
- Science & Technologie
- Economie & Ondernemen
- Ict & Ontwerp
- Mens & Gezondheid
- Kunst & Expressie
Je kunt ook voor de uitdagende Sportklas kiezen. Daarbij krijg je iedere week twee extra uren sport. Het leuke van de sportklas is dat je tijdens clinics in en buiten de school kennismaakt met onbekende sporten zoals schermen, golfsurfen en lasergamen. Kies je voor de sportklas, dan heb je geen talentencarrousel.
Tweede Fase
Vanaf het vierde leerjaar op de havo volgt een leerling de Tweede Fase. Het programma in die periode bestaat uit: een gemeenschappelijk deel, een profieldeel en een vrij deel.
Bij het gemeenschappelijk deel volgen leerlingen de vakken die verplicht zijn voor iedere leerling in de bovenbouw. Dit zijn: Nederlands, Engels, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming (ckv) en lichamelijke opvoeding. Met het profieldeelbereidt de leerling zich voor op de vervolgopleiding die hij/zij op het hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo) wil gaan volgen. Er kan worden gekozen uit de volgende profielen:
- Cultuur en Maatschappij (C&M)
- Economie en Maatschappij (E&M)
- Natuur en Techniek (N&T)
- Natuur en Gezondheid (N&G)
In het vrije deel kiest een leerling de vakken die aansluiten of een aanvulling zijn op de profielkeuze. Het vak godsdienst is voor elke leerling een verplicht vak in de Tweede Fase. Vanaf het vierde leerjaar krijgen de tto-leerlingen de examenvakken in het Nederlands, dit ivm de examens die in het Nederlands worden afgenomen.
In de Tweede Fase wordt een leerling stap voor stap voorbereid op meer zelfstandigheid. Dit gebeurt eerst nog onder begeleiding van de docent, maar op een gegeven moment wordt steeds meer zelfstandigheid verwacht en draait het om eigen verantwoordelijkheid.
Naast het verwerven van kennis spelen ook andere vaardigheden een rol in deze fase. Dan gaat het om het maken van een planning, van een werkstuk, samenwerken, interviewen en mondeling en schriftelijk presenteren. In havo 5 moet de leerling een profielwerkstuk schrijven, waarin een aantal praktische vaardigheden uit de Tweede Fase is terug te vinden. Alle vakken in de Tweede Fase zijn examenvakken, met uitzondering van godsdienst. Ouders van havo 4-leerlingen worden tijdens een speciale informatiebijeenkomst verder ingelicht over de Tweede Fase.
De havo duurt 5 jaar en leidt je op voor het hoger beroepsonderwijs. Er zijn ook leerlingen die na de havo verder gaan op het vwo op onze school, omdat ze een studie aan de universiteit willen volgen.
Mentor
Iedere leerling krijgt in de Tweede Fase een eigen mentor voor de hele periode in de bovenbouw. Hij/zij begeleidt de leerling op sociaal-emotioneel gebied en bespreekt met de leerling de voortgang van de studie en van het profielwerkstuk.
Faalangst
Examens en belangrijke presentaties kunnen bij leerlingen in de Tweede Fase leiden tot faalangst. Gezonde spanning kan een positieve invloed hebben op je prestaties, maar als de spanning belemmerend werkt, kan dat tot problemen leiden. Leerlingen die daar last van hebben/krijgen, kunnen faalangst-reductietraining volgen. Degenen die daar behoefte aan hebben, kunnen dit bij hun mentor melden. Die zoekt contact met een trainer. Ook wordt de Vragenlijst Studie Voorwaarden doorgenomen. Als aan de hand daarvan faalangst wordt vastgesteld, volgt er een training van acht weken. Op die manier wordt geprobeerd belemmeringen in het leerproces zoveel mogelijk weg te werken.